“Na het constateren van prostaatkanker bij een kennis, besluit ik in mei 2011 zelf om bloed te laten prikken om mijn PSA waardes te laten controleren. De resultaten wijzen uit dat ik een verhoogde PSA waarde heb.
Vanuit de huisarts werd ik doorverwezen naar de uroloog. Tijdens het rectaal onderzoek werd er geen vergroting van de prostaat gevoeld en op röntgenopnamen was geen kanker waarneembaar. De biopsie die hierop volgde wees uit dat een zeer beperkt aantal cellen waren besmet met kanker. Gezien het stadium waarin de prostaatkanker op dat moment was, is destijds in overleg met de behandelend arts (dr. van Aubel) besloten om half jaarlijks op controle te komen.
In de ruim 4 jaar die hierop volgde bleef mijn PSA waarde stijgen. Eind 2015 besloot dr. van Aubel om een MRI scan te laten maken, zodat tijdens deze scan gericht een biopsie genomen kon worden. De MRI en biopsie wezen uit dat de kanker zich concentreerde op twee plaatsen in mijn prostaat. Tevens werd een botscan gemaakt, deze wees gelukkig uit dat de kanker niet was uitgezaaid naar mijn botten. Gezien het feit dat de PSA waarden sterk verhoogd waren, tezamen met de uitslag van de MRI, werd ik voor de keuze gesteld; onder controle blijven (met als risico misschien een keer te laat te zijn) of behandelen.
De keuze was voor mij, in overleg met mijn gezin, snel gemaakt. Ik koos voor behandelen. De behandelmethodes hebben we t.o.v. elkaar afgewogen. Het vooruitzicht van incontinentie en in mindere mate impotentie, lag mij zwaar op de maag. Gezien de resultaten en de ervaringen van kennissen met de HIFU behandeling, heb ik hiervoor gekozen. Met als enige kanttekening dat mijn zorgverzekeraar mij liet weten dat HIFU-behandeling niet voor een vergoeding in aanmerking zou komen.
Op 12 juni 2016 werd ik behandeld. Ik ging 's-morgens om 09:00 uur lopend de operatieruimte binnen. Hier werd ik ontvangen door een zeer deskundig team. Nadat de ruggenprik was gezet, kon de behandeling starten. Deze is geheel pijnloos verlopen.
Rond 12:30 uur kon ik weer zelfstandig lopend naar buiten. De katheter was mijn enige beperking. Deze kon na twee weken eindelijk worden verwijderd. Echter na het verwijderen bleek ik nog niet zelfstandig te kunnen plassen. Dit met als gevolg dat er een buikkatheter geplaatst diende te worden.”